
De gevel aan de bovenkant en de nok aan de onderkant
Uiterlijk zijn deze daktypes totaal verschillend. Het zadeldak benadrukt het verticale, alsof het naar de hemel wijst. Het is herkenbaar aan de driehoekige uiteinden en een enkele nok tussen de twee schuine zijden van het dak. De dakribben vormen de buitenste hoeken waar de platen elkaar raken. Hun lijnen zijn horizontaler en lijken parallel aan de grond te zweven.

De nok bovenaan, de goot rechts en de rand van de gevel links
De dakhellingen –grote, platte en schuine delen waaruit een dak bestaat. Als ze een buitenhoek vormen, is er een rib, en een dal aan de binnenkant.

Het dakraam moet goed worden afgedicht om water buiten te houden

Dakluiken

Project van een hoofdgebouw en een bijgebouw

Een prachtig huis met bijgebouwen ontworpen in dezelfde stijl
Heb je iets nieuws geleerd over daken?